Tientallen mensen die zich benadeeld voelen door de omstreden Marokkanen-uitspraken van PVV-voorman Geert Wilders in maart 2014, willen daar een schadevergoeding voor.
Dat meldt het Openbaar Ministerie (OM) donderdag. Over de hoogte van de gevraagde schadevergoeding wil het OM niets zeggen. Volgens de aanklager heeft Wilders zich schuldig gemaakt aan het aanzetten tot discriminatie en haat en het beledigen van een groep mensen.
Advocaat en hoogleraar Göran Sluiter liet donderdag al weten dat hij twee organisaties en een aantal mensen vertegenwoordigt die schadevergoeding eisen in de zaak.
Op 18 maart staat een regiezitting gepland in de strafzaak tegen Wilders. Vermoedelijk wordt de zaak in oktober inhoudelijk behandeld. Als Wilders veroordeeld wordt, kan de rechter hem ook veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding.
Tijdens een campagnebezoek aan het Haagse stadsdeel Loosduinen op 12 maart 2014 zei Wilders dat Den Haag “een stad met minder lasten en als het even kan wat minder Marokkanen” zou moeten worden. Op de avond van de gemeenteraadsverkiezingen een week later vroeg Wilders de zaal met PVV-kiezers of ze meer of minder Marokkanen wilden. Het publiek scandeerde “minder, minder, minder”.
Na de uitspraken kreeg het OM ruim 6400 aangiften binnen.
De rol van slachtoffers in strafzaken is beperkt. Ze mogen een vordering benadeelde partij indienen, dat is een verzoek tot schadevergoeding. In principe mogen ze in dit soort zaken niets zeggen in de rechtszaal, tenzij de rechter specifieke vragen aan ze heeft.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl